DE SLAG OM OVERLOON EN VENRAY
Wat niet meer mogelijk leek gebeurde. Generaal Model, [124] die de gedemoraliseerde
soldaten door middel van strooibiljetten weer wat zelfvertrouwen trachtte bij te
brengen, slaagde er in de angstige kudden aan de Duitse grens op te vangen en er
enig verband in te brengen. Bij Arnhem hadden de geallieerde luchtlandingstroepen
de onverwachte tegenslag een sterke en zich verbitterd werende vijand te ontmoeten.
De Antwerpse haven lag vooralsnog onder een zo fel geschutvuur vanuit de Duitse stellingen
op Walcheren en Zuid Beveland, dat ze niet voldoende kon worden ingeschakeld voor
de bevoorrading van de door Frankrijk en België voortploegende geallieerde legers.
Het front zette zich vast langs de lijn Maaseyck-
Door het weifelende karakter van de geallieerde strategie in die dagen kregen de
Duitsers de kans dit bruggehoofd geducht te versterken en met manschappen en materiaal
vol te plempen. Onafzienbare terreinen waren met mijnen vergiftigd. Het najaar zette
in met aanhoudende regen, welke de Peel ondoordringbaar zompig maakten en de wegen
en velden week en onbegaanbaar voor zwaar materiaal. Nochtans werd de bij Metz opererende
Amerikaanse tankeenheid de 7e Armored Division overgeplaatst en ingedeeld bij het
Amerikaanse Ie leger met de opdracht de Peelmoerassen van Duitsers te zuiveren. De
door de vijand als Ghost-
In de eerste helft van October ondernamen de Duitsers hevige tegenaanvallen en onttrokken
zij zelfs Tigertanks aan het front bij Arnhem om Overloon, sleutelstelling bij de
verdediging van het Ruhrgebied, te versterken. Op 12 October brak dan voorgoed de
hel los. Dempsey had zijn hoofdkwartier in het Patersklooster te Langenboom ingericht
en Montgomery [125] had persoonlijk de manschappen toegesproken. Deze behoorden tot
de 3e Britse infanterie divisie onder bevel van major-
Van Overloon uit kon de verovering van Venray beginnen [127] over een terrein, dat nog ongunstiger, was dan dat vóór Overloon en dat doorgroefd werd door de Molenbeek, een geduchte tankhindernis. Venray had, gelijk heel NoordLimburg, in de dolle Septemberdagen in een glunderende roes de wanordelijke terugtocht der Duitsers bekeken, had daarna verbeten toegezien hoe overal vee en huisraad werd geroofd en was vervolgens een toevluchtsoord geworden voor vluchtelingen uit de nabij gelegen Maasdorpen, zodat het inwonertal in enkele dagen steeg van 17000 tot 25000. Venray zou een uiterst hoge prijs voor zijn bevrijding moeten betalen. Op 12 October verwoestte geschutvuur en een luchtbombardement een groot deel van Venray, de spil van het gehele front. Maar de vijandelijke weerstand werd niet gebroken; het Duitse hoofdkwartier was enkele dagen tevoren teruggeweken naar Horst. De volgende dag werd door de Engelsen ingezet met een moordend artillerievuur [128]. Des avonds bereikten de Britten na verwoede gevechten het open terrein dat hen van de oostelijke rand van Venray scheidden. De 14e October. deden Typhoons razende aanvallen op de forse toren van Venray's grote parochiekerk, van waaruit de Duitsers hun vuur leidden, verwoestten raketbommen een deel van de kerk en vernielden de omgeving. Die avond brak een loeiende brand uit in het klooster Jeruzalem, waar 800 mensen waren ondergebracht. Terwijl de burgers in panische angst wegvluchtten trokken de Duitsers hun zware materiaal in de richting van de Maas terug.
Zondag 15 October was het betrekkelijk stil, alsof vriend en vijand de zwaar~ beproefde burgerij de tijd wilden gunnen haar tientallen doden te begraven. Het zouden niet de laatste offers zijn voor de bevrijding van Venray. Vier eindeloos lange dagen hadden de Engelsen zich vastgeklampt in de drassige bodem benoorden Venray, zonder enige hulp van de eigen tanks, in een afmattende ijzige regen en overgeleverd aan een scherp gericht, moorddadig vuur. Toen zij op 16 October de Molenbeek (Loobeek) bereikten meenden zij daarin dekking te kunnen vinden, maar zelfs in de beekbedding lagen mijnen verscholen en het water kleurde bloedrood. In de stromende regen werd het leggen van tankbruggen over dit onnozele beekje onder het orkaanachtige Duitse vuur een heldendaad, waarbij tientallen Engelsen het leven lieten. Meer dan honderd wrakken van tanks lagen uitgebrand op het terrein. Dit met lijken overdekte slagveld mocht inderdaad aanspraak maken op de droevige naam: het tweede Caen [129]
Op 18 October werd Venray door de Tommy's bevrijd [130]. De Duitsers hadden nog kans gezien de vijftiende eeuwse St. Petrus Bandenkerk op te blazen. Er heersten, ook in de grote gestichten, zulke onhoudbare toestanden en de voedselvoorziening was zo zorgelijk, dat op 25 October het bevel gegeven werd tot algehele evacuatie. En ook daarmee bracht de bevolking een groot, groot offer, zoals later blijken zou.
Ongeveer 15000 inwoners werden, hoofdzakelijk met legerwagens, afgevoerd naar verschillende gemeenten, o.a. naar Deurne, Helmond, Eindhoven en Mierlo. De bewoners van de beide psychiatrische inrichtingen verhuisden naar België. Tussen 1 September 1944 en 1 Maart 1945 telde Venray 237 oorlogsslachtoffers onder de burgerbevolking. Daarnaast was het sterftecijfer in die tijd tengevolge der oorlogsellende driemaal zo hoog als normaal.
De Grotestraat in Venray: een lange rij van vernielde en beschadigde huizen
Oorlogsmonument ter herinnering aan de slag bij Oveloon
Bijlage 5
Letterlijk overgenomen uit: Oorlog en Herstel in Noord-
[126]
major-
L.G. Whistler
bevrijder van Overloon
[130]
de grens van Venray is bereikt
[125]
voor de beslissende slag om Overloon sprak Montgommery, staande op een jeep, de troepen toe.
[129]
Manschappen van het Royal Warwick Regiment op weg naar de omringende bossen van Oveloon, waar de vijand zich schuil houdt.
[130] in stormloop rent de Engelse Infanterie de eerste huizen van de gemeente Venray tegemoet
[128]
Duitse stellingen onder vuur
[127]
Shermantanks verlaten Overloon op weg naar nieuwe stellingen buiten het dorp.
[124]
generaal Model
Oorlogskerkhof van het Gemenbest te Overloon
Op een na (een Nederlandse soldaat) zijn de 280 graven hier Brits: 265 soldaten
en 14 vliegers. De meesten sneuvelden tijdens de gevechten van oktober en november 1944 in de opmars van het Britse Tweede Leger.
Website Oorlogskerkhof
http://www.oorlogsmuse a.nl/artikel/58
Foto's: Ewoud van Eig